What happens in the werkplaatsen… LIVING – Be Flat

Be Flat
©Sarah Vanheuverzwijn

Noem het geen creatie maar een project. Een project waarin improvisatie, leefruimtes en kwetsbaarheid centraal staan. Een project van artiestencollectief Be Flat. Oprichter Ward Mortier licht een tip van de sluier.

Ward Mortier: “We bevinden ons momenteel in het eerste deel van ons creatieproces, de onderzoeksfase, of LIVING labo. We focussen op het improviseren, het aftasten van ruimtes en grenzen, het ontwikkelen van een gemeenschappelijke performatieve taal binnen de groep en het definiëren van de gewenste impact op de voorgrond. In een tweede fase werken we zes weken richting verschillende korte voorstellingen in duo’s en trio’s: LIVING circus. Vanaf maart 2024 leggen we de brug tussen privé- en publieke ruimte aan de hand van one-shot voorstellingen, groter qua formaat, inbedding en impact. Die fase noemen we LIVING beyond.

Be Flat
©Sarah Vanheuverzwijn

Zowel ons creatieproces als onze voorstellingen vinden plaats op locaties die daar in oorsprong niet voor bestemd zijn: zorginstellingen, bibliotheken, cafés, gevangenissen, woonkamers… LIVING staat dus voor leefruimtes in het algemeen, plaatsen waar geleefd wordt. Daarnaast doen we in een trainingsruimte voorbereidende improvisatieoefeningen, die we soms overnemen op verplaatsing. Zo zoeken we uit hoe de ruimte en de aanwezigen de oefening kleuren. Aanvankelijk dachten we dat het geen zin had om te werken in een ruimte zonder inhoud en betekenis, maar doe een zelfde actie, bijvoorbeeld iets op de grond werpen, bij iemand thuis en dat krijgt meteen een bepaalde lading. Dat verschil is interessant.

Op termijn zullen er wel een aantal zaken gecomponeerd zijn, maar improvisatie blijft ten allen tijde een grote rol spelen. Elke actie bestaat, zonder opnameapparatuur, alleen dan en in die omstandigheid: de stand van de zon, de gemoedstoestand van de spelers, de locatie, de bewoners… Al onderzoeken we ook wat het effect is van de camera op de atmosfeer tijdens het spel. ‘Ik heb toch wat cameravrees,’ was het eerste wat een toeschouwer benoemde wanneer er gevraagd werd of er foto’s mochten gemaakt worden. Het maakt dus ook een verschil voor het publiek, dat er in dit geval tijdens een veldimprovisatie op locatie expliciet om vroeg om zelf ook te mogen deelnemen.

Weet het publiek op voorhand dat er een spelmoment zal zijn, of gaan we dat spelmoment daar samen installeren? Dat heeft uiteraard ook een grote impact op het verrassingseffect. We spreken liever over een project dan over een creatie, we werken niet echt naar één vaste vorm toe, en bekijken elke vertoning als een première, eentje die we nooit meer exact gaan of kunnen herhalen. Op elk tijdstip binnen het project is het spel interessant om te bekijken en te beleven.

Voor de huidige residentie in Gent deden we een open oproep via Miramiro, waardoor vooral mensen die al enige affiniteit met circus hebben ons uitnodigden om bij hen te komen spelen. Productioneel was dat mooi meegenomen, het netwerk bestond al. Maar je komt voornamelijk bij mensen van een bepaalde sociale klasse die bovendien al een bepaalde verwachting tegenover circus hebben. Hun dochter doet circus, ze zijn vrijwilligers of staan zelf in het veld, ze deden zelf ooit een jongleerpoging. Dan vinden we opeens jongleerballen in hun kast, en tot groot jolijt van de bewoners werken we dan ook met hun objecten.

Uiteraard beogen we ook bij ons publiek een grote diversiteit. Tot nu toe verloopt alles vrij Vlaams, maar het doel is om ook naar Wallonië en andere regio’s buiten België en bijhorende ruimtes met elk hun eigen codes te trekken. Frankrijk en Scandinavië staan al op het lijstje, daarvoor kunnen we verder surfen op contacten die we legden via vorige voorstellingen.

Vooraf hebben we op basis van onze affiniteit met hun werk en met het oog op een grote diversiteit aan achtergronden, podiumervaring en leeftijden, een groep van elf mensen samengesteld: circusartiesten, audiovisuele kunstenaars, acteurs, dramaturgen en jazzmuzikanten. Niet iedereen is elke residentie aanwezig, dat gegeven op zich zorgt al voor een andere dynamiek. Aan de hand van veldimprovisaties tasten we ruimtes en elkaar af en verkennen we grenzen. Ook de meer ervaren artiest botst hier sowieso tegen de eindigheid van de comfortzone. Neem maar eens een muzikant zijn instrument af en vraag hem of haar om te bewegen. ‘Wie ben ik en wat doe ik hier?’ brengt soms best wat onzekerheid met zich mee. Anderzijds is het echt onze bedoeling om niet meteen een frame te zetten, niet meteen ergens naartoe te werken, slechts doelgericht te onderzoeken. Wanneer je op je ongemak bent, ga je op zoek naar houvast, maar dat kan ook blokkerend werken.

Be Flat
©Sarah Vanheuverzwijn

Het centrale thema dat tot hiertoe steeds terugkomt is kwetsbaarheid. Niet alleen bij onszelf, want het brengt soms wel wat teweeg, maar ook bij de personen die we ontmoeten. Ook in de ruimtes waar we onderzoek doen botsen we op grenzen: bepaalde sociale codes die er gehanteerd worden, maar ook breekbaarheid van materiaal dat voor de bewoner erg betekenisvol is. We bevinden ons niet enkel in een ruimte die ons niet toebehoort, maar ook alles wat er staat heeft voor de persoon die er woont een bepaalde betekenis. En dat heeft op zijn beurt dan weer een impact op onszelf en ons spel. Het materiaal in onze zaal valt makkelijk te vervangen, maar speel bij iemand thuis met een aarden pot en de spanning stijgt meteen.

Er wordt tijdens het spel enorm veel met elkaar gepraat. In het Frans in ons geval, de taal waarin we het hoogste gemeenschappelijke niveau halen met de hele groep. Ook dat veroorzaakt een aparte ervaring: we komen ergens binnen, ik stel de groep aan de bewoners voor in het Gents – hetgeen meteen voor verbinding zorgt – om daarna over te schakelen op het Frans. Je voelt direct het verschil tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ de groep. Dat hebben we soms ook met ons spel, het gevoel dat we ‘private jokes’ hebben onder elkaar. Wij vinden wat we doen geweldig, maar anderen denken misschien ‘waarmee zijn jullie nu bezig?’ We merken dat we daar meer controle over krijgen en er meer mee kunnen spelen, de ‘awkwardness’ bewust installeren, bijvoorbeeld.”

Artiesten: Ward Mortier, Thomas Decaesstecker, Katleen Ravoet, Gianna Sutterlet, Alonso Matias Gonzalez, Gerda Dekempe, Craig Weston (theater), Zaur Kourazov (video), Karen Van Schaik (muziek), Anaïs Moffaert (muziek), Lukas Pierredon (sound), Dali (hond)

Auteur: Sarah Vanheuverzwijn // Fotograaf: Sarah Vanheuverzwijn
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #74 - maart 2023