What happens in de werkplaatsen... Rode Boom

© Sarah Vanheuverzwijn

Rode Boom is continu met verschillende projecten bezig. Tijdens de huidige residentie in Marke, bij PERPLX, werken ze voor het eerst aan twee daarvan tegelijk. Zo is er de ‘experimental’, een periode van ontdekken en uitproberen in alle richtingen. Spilfiguur Kurt Demey stapt samen met andere makers in het experiment. Hij leert hen soms per toeval kennen, soms vanuit een interesse in hun vakgebied. Iedereen die eraan meewerkt heeft een gelijke inbreng en evenveel recht geïnspireerd te geraken voor eigen projecten. Elke samenwerking start sowieso vanuit goesting aan beide zijden.

Hoewel Kurt momenteel nog de centrale figuur is, wordt er van zijn kant uit niets gedirigeerd. Ook welke rol elkeen zal opnemen in een eventuele latere fase, kan nog alle kanten uit. “Ik heb het idee al mijn hele leven te ‘spelen’,” zegt hij. “Ik blijf mezelf jong en onervaren voelen. Nieuwe fragiele ideeën, daar werk ik graag rond. Samenwerken met andere makers heeft het voordeel van kruisbestuiving. Daarnaast leren we, doordat ieder van ons een eigen netwerk heeft, ook andere contexten kennen.”

Rode Boom
© Sarah Vanheuverzwijn

In de huidige residentie werkt Kurt samen met Elodie Colin en Louise Buysschaert. Mogelijk komen daar in een latere fase nog mensen bij. Elodie is vooral actrice met een uitgesproken interesse in travestie en transformaties, maar studeerde ooit rechten. Louise is thuis in spel, regie en lesgeven. Kurt startte in de beeldende kunsten, maar rolde op zijn zesentwintigste het circus binnen en nog later kwam daar magie bij. Hij is naar eigen zeggen trots te kunnen zeggen dat hij in zijn leven nog nooit iets deed dat ‘nuttig’ is.

“Alhoewel deze experimenten niet per se moeten uitmonden in een concrete voorstelling, puren we elementen ervan soms uit en leidt dat dan toch ergens heen. Zo deden we recent een pruik bewegen als een klein beestje, en willen we dat idee nu in het groot overnemen. We testen uit wat we kunnen aanvangen met onzichtbare draad en met het lichaam in lycradoeken op een manier dat het lichaam niet meer als dusdanig herkend wordt,” aldus Kurt. Elke ‘experimental’ krijgt een naam. Deze keer werd het Ludo, gebaseerd op een film die ze zagen over Ludo Friend, een groot maar lief beest.

Kurt: “De vrije insteek van een ‘experimental’ maakt het erg leuk om te spelen. Je loopt helaas ook makkelijker verloren in een teveel aan vrijheid zonder kader. Daarnaast kennen we elkaar niet altijd even goed van bij aanvang. De valkuil daarvan is dat we te snel concluderen dat een idee niet interessant is, terwijl het een kwestie is van ons kwetsbaar genoeg te kunnen opstellen om met een bepaalde onzekerheid dingen uit te proberen.”

Naast deze ‘experimental’ werkt Kurt momenteel ook met een levensgrote olifant, een idee waarmee hij al lang speelde. “Ik durfde er echter lange tijd geen geld in te stoppen, maar uiteindelijk heb ik dan toch de stap gezet. Ik kende de juiste mensen al langer en zag dus ook de mogelijkheden.”

Hedwig Snoeckx maakte de olifant, het onderstel werd aaneengelast door Alexis Wauters. Alles gebeurde echter in stilte, want in die fase was het project nog een kwetsbaar en intuïtief idee dat moeilijk onder woorden te brengen viel. “Sinds de olifant tastbaar is, zien we de nieuwsgierigheid zienderogen groeien, wat het ook makkelijker maakt om over het project te communiceren,” zegt Kurt.

Rode Boom
© Sarah Vanheuverzwijn

“De voorstelling die we in de olifant zullen maken – de werktitel is Tembo – wordt maar een deel van het sociaal-culturele project dat we ermee voor ogen hebben,” vervolgt hij. Een eventuele samenwerking met het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain in Gent is een mogelijkheid. “We kunnen de olifant inzetten om te werken met jongeren met een psychische kwetsbaarheid, dit alles samen met de personeelsleden die dan weer de juiste kennis en achtergrond hebben. Idealiter kan hij ook op scholen terecht of op een museumplein. We hebben er alle vertrouwen in dat de olifant met graagte op veel plaatsen zal geadopteerd worden, want sinds hij bestaat voelen we goed aan welk positief effect hij heeft op jong en oud. Dat zien we zelfs wanneer hij gewoon op de oprit staat.”

Structurele subsidies veranderden wel iets in de manier waarop Rode Boom te werk gaat. “Als je er als compagnie klaar voor bent, dan is het fantastisch,” glimlacht Kurt. “Het geeft een bepaalde zekerheid en zicht op het budget dat voorhanden is, maar er komt ook heel veel bij kijken. Projecten zijn al voor vijf jaar ver uitgeschreven, beleidsmatige zaken nemen een groot deel van de taken in, en je werkt met publiek geld waardoor je jezelf ook andere vragen gaat stellen. Het spelen zelf wordt ineens een kleiner deel van de totale werking. Het voordeel is dan weer dan we meer ruimte hebben voor labo’s. Maar hoewel we een mooie enveloppe krijgen, moeten we ook genoeg spelen om rond te komen. Daarnaast houden we best in de gaten dat we de voeling met het werkveld niet verliezen. Er wordt sneller geredeneerd ‘die hebben de middelen, die trekken hun plan wel’, maar coproducties zijn ook voor ons nodig. We begrijpen echter ook dat compagnieën zonder structurele hulp er misschien nog meer nood aan hebben, en dat het soms lijkt alsof wij op die manier twee keer delen in de winst”, besluit Kurt.

Auteur: Sarah Vanheuverzwijn
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #76 (september 2023)