We moeten het dringend over plagiaat hebben

Na enkele recente voorvallen in de circuswereld – waar het op zijn minst rook naar plagiaat – is het hoog tijd om het concept eens grondig onder de loep te nemen. Stijn Michielsen, juridisch adviseur bij Cultuurloket, loodst ons door de belangrijkste begrippen en mogelijkheden om jezelf als artiest te beschermen.

Eerst en vooral, wat is plagiaat?

Stijn Michielsen: “Het is belangrijk om het verschil met auteursrecht scherp te stellen. Plagiaat kan namelijk een inbreuk op het auteursrecht zijn, maar dat is niet steeds het geval. Plagiaat betekent letterlijk: het zich toe-eigenen van het geestelijk werk van iemand anders en het als eigen werk openbaar maken. Maar ideeën zijn niet beschermd in het auteursrecht. Als je dus iemand zijn gedachte laat doorgaan voor jouw gedachte dan kan dit wel plagiaat zijn, maar geen inbreuk op het auteursrecht. Plagiaat van een idee kan onethisch zijn en het vertrouwen schaden, maar dat is op zich niet verboden, tenzij je een vertrouwelijkheidsclausule of overeenkomst hebt afgesloten en die geschonden blijkt – dan kan je de contractuele aansprakelijkheid van de tegenpartij inroepen. Het auteursrecht beschermt enkel auteursrechtelijk beschermde werken die origineel en in een concrete vorm zijn uitgedrukt. Eigent iemand je gecreëerde circusvoorstelling zonder toestemming toe en maakt die de voorstelling publiek, dan kan je zowel spreken van plagiaat als een inbreuk op het auteursrecht.”

Welke vormen van auteursrecht bestaan er?

“Auteursrechten bestaan uit vermogensrechten en morele rechten. Vermogensrechten gaan over het exploiteren van je werk, over geld dat je ermee kan verdienen. Je kan die rechten ook overdragen aan iemand anders. Er zijn twee soorten vermogensrechten: het recht op publieke mededeling – bijvoorbeeld live-vertoning, vertolking, uitzending, streaming – en het reproductierecht – bijvoorbeeld het recht om het werk te kopiëren, vertalen, bewerken, verhuren, uitlenen, het distributierecht… Morele rechten gaan dan weer over de bescherming van de morele belangen van de auteur – je kan die dus niet zomaar overdragen aan anderen. Concreet gaat het over het divulgatierecht (het recht om het werk bekend te maken), het ouderschapsrecht (het recht op erkenning als maker van het werk) en het integriteitsrecht (het recht op eerbied voor je werk).”

Heb je ook rechten als uitvoerend kunstenaar?

“Jazeker. Als je een werk vertolkt, dan zal je op die prestaties naburige rechten kunnen laten gelden. Binnen de naburige rechten heb je gelijkaardige vermogens- en morele rechten als bij de auteursrechten met hier en daar een afwijking; het divulgatierecht is bijvoorbeeld niet van toepassing.”

Hoe kan je je als maker preventief beschermen?

“Het auteursrecht op een auteursrechtelijk beschermd werk ontstaat automatisch van zodra het werk gecreëerd wordt in een concrete vorm. Voor een circusvoorstelling zal dit het geval zijn van zodra de voorstelling waarneembaar is en elementen bevat die origineel zijn. Van zodra dat het geval is ontstaat bescherming uit het auteursrecht dus automatisch. Maar in de praktijk kan het soms moeilijkheden opleveren om aan te tonen dat jij degene bent die het werk gecreëerd heeft. In geval van discussie zal je dit moeten bewijzen. Je doet er dan ook goed aan om voor een sluitend bewijs te zorgen. Je bent vrij om te bewijzen dat een werk jou toebehoort met alle middelen, zoals getuigen, schriftelijke afspraken, foto’s, videobeelden, mails. In de praktijk kan je je beschermd werk ook deponeren. Je werk wordt dan bewaard in een – online – depot zoals dat van deAuteurs (e-dpo), Sabam (OnlineDepot) of iDepot. Door het ontsluiten van je werk in zo’n depot, kan je later met een vaste datum – de datum waarop je werk in het depot neerlegt – aantonen dat jij de originele maker bent van het werk.”

Wat kan je doen als je werk wordt gekopieerd maar je hebt je vooraf niet ingedekt?

“Aangezien je automatisch beschermd bent door het auteursrecht, is het niet noodzakelijk je vooraf in te dekken. Stel je toch een inbreuk vast, dan kan je je rechten laten gelden. In eerste instantie raden we steeds aan om in gesprek te gaan met de tegenpartij die je werk kopieerde. Ga het gesprek aan waarin je vaststelt dat je werk gekopieerd werd en zoek een oplossing waar beide partijen mee akkoord kunnen gaan. In geval van discussie zal je waarschijnlijk het bewijs moeten leveren dat jij de originele maker bent van het werk. Je doet er dan ook goed aan om je vooraf wel in te dekken en te zorgen voor een sluitend bewijs, zoals het deponeren van je werk.

Kan je geen minnelijk akkoord vinden met de tegenpartij, dan kan je de tegenpartij formeel in gebreke stellen. Je stelt een brief op waarin je duidelijk uitlegt wat de inbreuk is en vraagt om de inbreuk te stoppen en/of een vergoeding te betalen tegen een bepaalde datum. Je kan dit zelf doen maar je kan je ook laten bijstaan door een advocaat die dat voor jou doet. Reageert de tegenpartij hier niet op of weigert die in te gaan op je verzoek, dan kan je je rechten voor de rechtbank afdwingen. Heb je twijfels over je zaak en wil je eens aftoetsen voor je een advocaat inschakelt? Je kan altijd contact opnemen met Cultuurloket voor een eerste inschatting van je zaak. Dan kijken we er eens naar en wisselen we van gedachten hierover.”

Heeft het zin om een rechtszaak aan te spannen?

“Dat hangt steeds van de concrete situatie af. In welke mate is er sprake van een inbreuk? Kan je bewijzen dat jij de oorspronkelijke auteur bent van het werk? Wat is de schade die je geleden hebt? Een rechtszaak opstarten kost geld: advocatenkosten, gerechtskosten, tijdsinvestering… Als het gaat om een kleine inbreuk of een beperkte financiële schade, dan loont het niet altijd de moeite om hoge gerechtskosten te maken. Je steekt er ook best wat tijd en energie in. Ga je er toch voor en word je in het gelijk gesteld door de rechtbank, dan kan je een deel van de kosten die je hebt moeten maken om je rechten te laten gelden wel op de tegenpartij verhalen.”

Mag je iemand van plagiaat beschuldigen of begeef je je dan zelf op glad ijs?

“Beschuldig je iemand publiekelijk onterecht, dan kom je in het vaarwater van een aantasting van goede eer en faam of smaad. De tegenpartij kan je dan op haar beurt aanspreken om geleden schade te vergoeden. We raden dan ook steeds aan om in geval van inbreuk eerst minnelijk tot een oplossing te komen, binnenskamers. Van zodra je het aan de grote klok hangt, loop je zelf een risico als het later onterecht blijkt te zijn. Je bent dus best heel zeker van je zaak voordat je zoiets doet.”

Wat doe je als circusartiest best standaard bij elke creatie die je maakt om de kans op plagiaat te verkleinen?

“Je kan bij het werk dat je maakt steeds vermelden dat het beschermd is door het auteursrecht. Op die manier zijn andere personen zich bewust dat ze bij een gebruik van je werk toestemming nodig hebben van de auteur. Zorg daarnaast steeds dat je kan bewijzen dat je de auteur bent van een werk. Liefst met vaste datum, wat betekent dat je kan bewijzen dat jij op een bepaalde datum de auteur bent van een werk. Werk je samen met anderen, dan deel je de auteursrechten op een werk.

Maak je afspraken over het gebruik van je werk door anderen, zorg dan dat je goede schriftelijke afspraken maakt. Hoe je dat doet en waarmee je rekening dient te houden kan je terugvinden op onze kennisbank. Als je je werk in licentie geeft of overdraagt, maak je best ook schriftelijke afspraken over de rapportering en dat je op de hoogte gehouden wordt wat er met je werk gebeurt in de toekomst.”

Alle informatie over auteursrechten vind je op www.cultuurloket.be/kennisbank/auteursrechten

Auteur: Maarten Verhelst
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #79 (juni 2024)