Vlaamse gezelschappen over hun internationale samenstelling en de zakelijke impact

Artiesten met verschillende nationaliteiten in één gezelschap: niet zo uitzonderlijk in de circussector, integendeel. De taal van het circus overstijgt immers alle (lands-)grenzen, zoals zo schoon gezegd wordt. Maar is dat wel degelijk zo vanzelfsprekend? Waar botsen ze tegenaan? En wat zijn de voordelen van een internationaal samengesteld gezelschap? Een gesprek met drie circusgezelschappen die gevestigd zijn in Vlaanderen, maar veel meer dan drie nationaliteiten samenbrengen.

Sinking Sideways: ‘Vlaanderen staat verder dan Duitsland’

Sinking Sideways is een acrobatisch danscollectief dat sinds 2020 gevestigd is in Vlaanderen. De Duitse Xenia Bannuscher en de Belgische Dries Vanwalle leerden elkaar kennen op circushogeschool Codarts, een jaar later sloot de Belgische Raff Pringuet zich aan bij het gezelschap. Oprichters Xenia en Dries vertellen over hun start als jonge professionals in de sector. Dries herinnert zich dat hij en Xenia rond 2016 samen voorstellingen begonnen te bezoeken, ze er lange gesprekken over hadden en al snel bleek dat ze best wel dezelfde soort voorstellingen konden smaken. En zo werd Sinking Sideways geboren. Het artistieke trio werkt regelmatig samen met externe freelancers, zoals hun Belgische technicus Jef Delva, de van oorsprong Franse, maar vandaag in Gent gevestigde distributeur Anne-Agathe Prin en de Duitse Leoni Grützmacher, die de administratie en de productie doet vanuit Berlijn.

Sinking Sideways
© Jostijn Ligtvoet

Even surfen op het net leert ons dat de website van het gezelschap een Duitse domeinnaam heeft: www.sinkingsideways.de, wat doet vermoeden dat Sinking Sideways een Duits gezelschap is. “Nog voordat we het gezelschap officieel hadden opgericht, voelden we de nood aan digitale aanwezigheid, dus werd er snel werk gemaakt van een website. Later bleek Vlaanderen echter een natuurlijke keuze om ons gezelschap te vestigen”, zegt Xenia. “Duitsland is een groot land en de sector is daar nog in volle ontwikkeling, in Vlaanderen staat de ontwikkeling van circus al wat verder, de keuze voor Vlaanderen lag dus voor de hand. Op deze manier kan ik ook mijn statuut als freelancer in Duitsland behouden en het Vlaamse gezelschap kan ons gewoon alle drie apart vergoeden.” Bij de keuze om iedereen die mee toert met Sinking Sideways gelijk te gaan vergoeden, liepen ze toch tegen enkele verschillen aan. “De twee Belgische artiesten krijgen een maandelijkse uitkering, dat werkt anders in Duitsland. Daarom besloten we om een eigen systeem te ontwikkelen om de financiën van het tourgezelschap te managen.”

Xenia benadrukt dat verschillende financiële systemen soms met elkaar botsen en internationalisering in de weg staan, niet alleen omdat ze hun eigen taal gebruiken voor subsidieaanvragen (wat geen onoverkomelijk groot probleem is omdat Dries en Raff wel kunnen vertalen), maar ook vanwege de verschillen in contracten en betalingsmethodes. “Het is lastig om verschillende economische systemen met elkaar te combineren. De natuurlijke internationale dimensie van de circussector is vaak afhankelijk van de samenwerking tussen landen die het uitwisselingsproces moeten faciliteren. Maar zodra je professionals met verschillende nationaliteiten vraagt om informatie uit te wisselen en je stelt de vraag: ‘Hoe doen jullie dat?’ is het antwoord ‘Hm, geen idee, het is ingewikkeld.’”

Het voordeel van communicatie via twee landen is dan weer dat de mogelijkheden kunnen gecombineerd worden. Als Vlaams gezelschap met een Duits lid deden ze in 2021 mee aan de eerste ronde van het Duitse tweejaarlijkse ontwikkelingsprogramma Zirkus ON en kregen ze mentorschap, residenties en mogelijkheden om op te treden.

Sinking Sideways treedt regelmatig op in België, Frankrijk en Nederland, en soms in Duitsland. Netwerken betekent voor hen het inzetten van elke connectie die ze hebben om een internationale tour op te kunnen zetten. Xenia vertelt dat de niche van de circussector – die in Vlaanderen vrij specifiek is – het essentieel maakt om andere landen te bezoeken en op zoek te gaan naar verschillende locaties, mogelijkheden en genres binnen de podiumkunsten, en met name om te kijken naar hoe de danssector zich in andere landen heeft ontwikkeld.

Xenia benadrukt dat waarschijnlijk voor elk land geldt dat er een beperkt aantal mogelijkheden is. Het cultiveren van verscheidenheid en het uitbreiden van mogelijkheden om te touren in andere landen zou een gemeenschappelijk doel kunnen zijn met andere circusgezelschappen, waar die dan ook gevestigd zijn.

Jam.Shenanigans: ‘We richten ons op één regio en dat pakt goed uit’

Jam.Shenanigans, het gezelschap van Batist Van Baekel (2000, België) en Henri Kangas (1998, Finland)., is opgericht in december 2022 en gevestigd in België. De twee jongleurs leerden elkaar kennen in Rotterdam, tijdens hun studie aan circushogeschool Codarts. Toen ze met een jaar verschil van elkaar afstudeerden, hebben ze niet lang getwijfeld om samen een gezelschap op te richten, om samen voorstellingen te maken en hun eigen structuur te creëren. Hoewel Batist en Henri vandaag nog steeds in Rotterdam wonen, kozen ze ervoor om hun gezelschap in België te vestigen. “Vanwege het hoge cultuurniveau en de verscheidenheid aan mogelijkheden die al aanwezig waren binnen de circussector in Vlaanderen.”

jam.Shenanigans
© WieBa

Batist Van Baekel: “Het grootste voordeel zijn de mogelijkheden binnen de sector, met name binnen het circus, maar de culturele sector in het algemeen is momenteel gezonder in België. We dachten meteen dat het makkelijker zou zijn om ons hier te vestigen, omdat we hier door de jaren heen al connecties hadden opgebouwd door naar voorstellingen te gaan en mensen te ontmoeten.”
Henri: “Als we maar op één plek kunnen werken, moet het België zijn. We richten ons op deze ene regio, en dat pakt goed uit.”

Jam.Shenanigans heeft een algemeen bestuur dat bestaat uit familieleden en één van hun oud-docenten, die de rechtsstructuur beheert. Het algemeen bestuur bemoeit zich niet met de artistieke keuzes maar wordt regelmatig op de hoogte gebracht. Henri en Batist vormen het dagelijks bestuur: zij voeren de dagelijkse handelingen uit die nodig zijn om het gezelschap draaiende te houden en nemen beslissingen over producties en promotionele zaken. Henri is geregistreerd als zelfstandige in Nederland en factureert aan het gezelschap, Batist doet hetzelfde als artiest gevestigd in België. Ze schakelen een boekhouder in voor de belastingen en werken samen met twee distributeurs, Koortzz en Je Buro.

Jam.Shenanigans tourt met twee voorstellingen: Shenanigans, een indoor performance die in september 2023 in première ging, en met Splash, een outdoor performance die in mei 2025 in première zal gaan. De distributeurs werken op basis van een samenwerkingscontract. In de toekomst wil Jam.Shenanigans misschien wel een producent inhuren, maar voorlopig pakt het duo de productie intern op. Aan twee voorstellingen in twee verschillende circuits werken, vereist een goede afstemming: de helft van de mensen zijn druk bezig met de productie en met de verkoop, terwijl de andere helft alle promotie ontwikkelt tot aan het einde van het proces.

De landen waar ze zich vooral op richten met hun voorstellingen zijn België, Nederland, waar ze allebei hebben gestudeerd en nu wonen en Finland, waar Henri vandaan komt. Hun wortels scheppen dus buitenlandse mogelijkheden, en deze internationale component zien ze als een geweldige kans. Ze creëerden de mogelijkheid om door deze landen te touren door middel van netwerkevenementen, pitches, presentaties en door communicatie te onderhouden. Een praktisch voorbeeld is dat hun eerste voorstelling in première ging in Helsinki, en dankzij een pitch die ze twee jaar geleden deden met hun familievoorstelling touren ze nu nog steeds door Finland.

Ricky Cannone: ‘Soms botsen de verschillende nationaliteiten’

Ricky Cannone is directeur van Wiener Circus, een circus dat zijn thuishaven heeft in Gent maar vooral heel Vlaanderen doorkruist met de circustent om een klassiek circusprogramma te brengen. Ricky werd geboren in Italië, in een grote Italiaanse familie van dierentemmers. Toen zijn vader in 1977 naar België kwam voor het werk, belandde Ricky bij de circusfamilie Malter waar hij zelf meteen aan de slag ging en in 2006 het Wiener circus overnam. Circusdirecteur Cannone kende de klappen van de zweep al langer en wist daarmee hoe te handelen met steden en gemeenten om er een plek voor zijn circus te bemachtigen.

Ricky Cannone

Het verbod op het inzetten van wilde dieren in het circus baarde Ricky heel wat kopzorgen, want wilde dieren horen volgens hem nu eenmaal thuis in een traditioneel circus. Toch verloren ze de moed niet en maakten ze een nieuwe doorstart; ze herbekeken onder andere de relatie tot het publiek en de relatie met lokale overheden. “We hebben de artistieke kwaliteit van onze acts verhoogd en er werd ook gewerkt aan het comfort van de zitplaatsen. Vandaag komen er niet alleen gezinnen met kinderen naar het circus, maar ook mensen die gewoon een avondje uit willen. Daaraan merken we dat het publiek zich meer en meer bewust wordt van wat circus is: veel diverser dan het beeld dat vroeger van het circus werd opgehangen.”

Ook onder de artiesten zelf merkt Ricky een verandering. In zijn circus werkt hij elk seizoen met andere internationale artiesten die vanuit de hele wereld komen. “In de jaren tachtig spraken Russen, Polen en Tsjechen Duits, terwijl Spaanse, Portugese en andere Mediterrane artiesten Italiaans spraken. Nu communiceren bijna alle artiesten in het Engels met elkaar.”

Hoe dat dan juist werkt, een jaar lang samenleven met verschillende nationaliteiten? “In het traditionele circus proberen we steeds om samen te werken met andere families die elkaar al langer kennen en eerder al samen rondreisden. Ze kennen de regels van het samen reizen en ze weten hoe het werkt. We leven een jaar lang samen in caravans, waardoor we een soort gemeenschap vormen. Als directeur ben ik verantwoordelijk voor de levenskwaliteit van de mensen die meegaan op tournee. Tolerantie en inclusie zijn kernwaarden. Het is niet altijd gemakkelijk, want soms botsen de verschillende nationaliteiten en culturele gebruiken met elkaar. Zo moeten tijdens de ramadan de moslimgebruiken gerespecteerd worden.”

Wiener Circus heeft een circustent die geschikt is voor maximaal 600 mensen. Het internet faciliteert het selectieproces voor artiesten, dat nu via videoverbinding verloopt.

Wiener Circus heeft vaste data in de Vlaamse regio en huurt elk seizoen voor het hele jaar internationale artiesten in die meereizen met het circus. Het contract met het circus is op freelancebasis en de betalingen worden maandelijks uitgekeerd.

Reizen, tentopbouw en publiciteit zijn essentiële aspecten die door het Wiener Circus en zijn artiesten worden uitgevoerd zoals elke fulltime job. Voor de toekomst van zijn circus hoopt Ricky één aspect te kunnen verbeteren: de onderwijsopties vergemakkelijken voor reizende circusartiesten met kinderen.

wiener
© Tom Leentjes

Auteur: Valentina Barone
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #81, special landschapstekening (november 2024)