Duurzaam duurt het langst

Na een zomer vol overvloedige regen in het noorden en overdadige hitte in het zuiden van Europa, kan Circusmagazine niet anders dan een tussentijdse balans maken van duurzaamheid in de circuswereld. Hoe ver staan we op ecologisch vlak? En wordt de inmiddels vergevorderde bewustwording hierrond adequaat vertaald naar actie? We vonden een artiest, een festivalorganisator en een medewerker van een circusschool die erg met deze problematiek begaan zijn en elk op hun eigen manier antwoorden vinden op een van de boeiendste vraagstukken van deze eeuw.

Liza Van Brakel

De artiest: Liza Van Brakel - Liefdesbrief aan de fiets

De Nederlandse Liza van Brakel (29) heeft al heel wat van de wereld gezien. Onder de vleugels van Gandini Juggling en Zirkus FahrAwaY toerde ze met grote producties door Europa en daarbuiten. In onze contreien is ze vooral bekend van haar solo’s waarin jonglerie, acrobatie en dans in de mixer gaan. Verder duikt ze op tijd en stond op in allerhande circusprojecten groot en klein, dichtbij of veraf. Hoe slaagt zo’n globetrotter erin om zich op een duurzame manier te verplaatsen?

Liza Van Brakel
Liza Van Brakel

“Ik heb geen rijbewijs, en ik neem alleen het vliegtuig als het echt niet anders kan. Ik moet vaak in Zwitserland zijn, en dan neem ik altijd de trein, ook al duurt het twaalf uur. Dat is niet alleen tijdverspilling, maar vaak ook frustrerend, want ik ben bijna nog nooit ergens op tijd aangekomen. Er is altijd wel iets aan de hand wat vertraging oplevert. Het lijkt wel alsof ze wíllen dat je met het vliegtuig gaat.” Maar Liza volhardt, en in Zwitserland, waar Zirkus FahrAwaY zijn uitvalsbasis heeft, komt ze tot nog meer inzichten: “Bij FahrAwaY doen ze hun best om duurzaam te zijn – ze zetten bijvoorbeeld in op catering van lokale handelaren en recyclage van materiaal – maar het is echt niet ideaal dat ze zoveel kilometers moeten afleggen met auto’s en vrachtwagens voor een voorstelling. Ik vind het rondreizende aspect van circus wel heel waardevol en inspirerend, circus moet naar de mensen toekomen. Ik vroeg me af hoe ik dat op mijn eigen manier kon doen.”

Het antwoord sprak voor zich: “Het was altijd al een droom van mij om de wereld rond te fietsen.” In haar nieuwe solovoorstelling Galop zal ze zich vooralsnog beperken tot Nederland, met alles om te kamperen en ruim twee maanden te overleven op het bagagerek. We schrijven ‘zal’, want de tournee werd, na een frisse start in juni jongstleden, een week later door een blessure abrupt stopgezet en verplaatst naar volgende zomer. Liza was al van haar woonplaats Rotterdam naar Zeeland gefietst, met een kleine 250 kilometer op de teller. “Het mooiste aan fietsen is dat het niet te snel en niet te langzaam gaat. Tegelijk schiet het op maar er is ook tijd om de omgeving in je op te nemen. Ik mik op vijftig à zestig kilometer per dag, zodat er nog ruimte is voor spontane ontmoetingen onderweg.”

“Zodra ik op de fiets stapte, voelde ik me bevrijd. Ik was klaar om 1200 kilometer af te leggen, dwars door Nederland. Het is niet helemaal gelukt om het traject aaneensluitend te maken: na Zeeland zou ik naar het oosten fietsen en dan via Deventer naar Groningen, om daarna in Limburg te gaan optreden en vervolgens in Amsterdam. Mijn parcours heeft de vorm van een vlinder (lacht). Ik reis trouwens niet alleen: een documentairemaker (Sven Peetoom, red.) gaat me volgen me en ik vind het belangrijk dat ook hij alles met de fiets doet. Verder zal ik altijd het publiek uitnodigen om een stukje met me mee te fietsen.”

Ook in de voorstelling zelf speelt de fiets de hoofdrol. “Vanuit mijn opleiding als jongleur ben ik sowieso bezig met objectmanipulatie. Die kunde moest ik overzetten naar de fiets: ik dans ermee, ik doe er acrobatie mee, ik jongleer met onderdelen ervan. Door dat te doen, is mijn relatie met de fiets helemaal veranderd. Als een personage komt ie echt tot leven in de show, en samen tonen we op een absurde, gekke manier de fundamentele problemen van ons alledaags bestaan.” De soundtrack van Roel Vermeer, een compositie van allerhande fietsgeluiden, maakt deze liefdesbrief aan de fiets helemaal af.

“Voor zover mogelijk, heb ik voor ogen dat deze voorstelling ook in het buitenland kan spelen. De toer van Nederland is hopelijk het begin van iets groters. Ik droom ervan om ooit met een compagnie een voorstelling te maken die helemaal is aangepast om alle verplaatsingen met de fiets te maken.”

De festivalorganisator: Steven De Jonge – Zeg liever ‘volhoudbaarheid’

“Het beste wat je kan doen voor het milieu, is geen festival organiseren.” Aan het woord is Steven De Jonge (41) die al jaren als artistiek en productioneel medewerker zijn schouders zet onder Miramiro, het circusfestival dat loopt tijdens de Gentse Feesten. “Doe je het toch, dan moet je ervoor zorgen dat achteraf niemand het gemerkt heeft.” Het hoeft niet te verbazen dat uitgerekend op Vlaanderens grootste volksfeest sommigen de ecologische wenkbrauwen durven te fronsen. “Herinner je je de Vlasmarkt van vroeger nog? Zeeën van weggegooide bekers! In 2008 zijn we begonnen met de aankoop van eigen bekers om te gebruiken op onze site.”

Miramiro
© Jasper Van het Groenewou
Miramiro begin in 2008 met de aankoop van herbruikbare bekers. Pas tien jaar later werden dergelijke bekers verplicht op alle pleinen van de Gentse feesten.

2008 lijkt nog niet zo lang geleden, en toch zijn de herbruikbare bekers ondertussen zodanig ingeburgerd op de betere festivals, dat je zou vergeten dat het toentertijd pionierswerk vergde om ze in te voeren. “Pas tien jaar later werden herbruikbare bekers verplicht op alle feestkernen van de Gentse Feesten,” en Miramiro blijft in de avant-garde van de duurzaamheid lopen: “We hebben de externe cateraars die op het festival actief zijn gevraagd om ook met herbruikbaar materiaal te werken. Ze serveren alleen maar vegetarisch eten dat zoveel als mogelijk lokaal, biologisch en fairtrade is. Om transport en onnodige verpakking te vermijden, bieden we water en limonade aan via gekoelde watertaps.” En ook heel belangrijk: “Onze ijsjes zijn biologisch en Belgisch.”

“Verder proberen we onze papierberg te verkleinen. Vroeger drukten we brochures van 64 pagina’s op 25000 exemplaren. Nu zijn we afgezwakt naar een uitvouwbare folder in 5000 exemplaren.” Al helemaal tot het verleden behoren de zogenaamde baches, de zeilen waarop het programma in het groot pronkte op het terrein: “Die zijn geschonken aan een sociale organisatie om er fietstassen van te maken. In 2014 hebben we een lichtkrant met ledlampen in de plaats gehangen, maar de technologie stond toen nog niet ver genoeg en dat bleek totaal onwerkbaar. Uiteindelijk zijn we uitgekomen op het goeie oude krijtbord, waarop gemakkelijk het programma en eventuele wijzigingen kunnen meegedeeld worden. Het past in het idee van ‘less is more’ waar ik altijd voor pleit.”

Rest nog het probleem van de verplaatsing: één artiest die het vliegtuig moet nemen voor je festival en daar gaat je kleine ecologische voetafdruk. Steven: “De meeste voorstellingen die we boeken komen uit Europa, en we stimuleren artiesten om zoveel als mogelijk met de trein te komen. Zowel ons festivalterrein als onze kantoren als het artiestenhotel liggen dicht bij station Dampoort. We hebben ook de data van het festival naar voren geschoven, zodat artiesten Miramiro kunnen combineren met Chalon Dans la Rue in Frankrijk, of kunnen doorsteken naar Cirque Plus in Brugge, waarmee we nauw samenwerken. Op die manier worden we onderdeel van een grotere lus van circusfestivals.”

Soms overspeel je je hand bij al die duurzame initiatieven: “Onze externe cateraar wilde eens een jaar werken met biologisch afbreekbare bordjes, en dan kom je tot de constatatie dat de intercommunale voor afvalinzameling tijdens de Gentse Feesten geen gft ophaalt. Het experiment waarin de herbruikbare bekers over het gehele terrein van de Gentse Feesten mochten gebruikt worden, hebben we ook snel opgeborgen.” Geven en nemen, het hoort erbij: “Enkele van onze techniekers die erom vragen, gunnen we nog een stukje vlees bij de op- en afbouw van het festival.”

Steven verkiest het woord ‘volhoudbaarheid’, overgewaaid uit Zuid-Afrika, boven ‘duurzaamheid’. De term koppelt immers het ecologische aan het sociale: “Een volhoudbare toekomst gaat niet enkel over ecologie, maar ook over sociaal-maatschappelijke issues die je vooruit wilt helpen op je festival. Daar zetten wij de laatste jaren meer en meer op in.”

Het circusatelier: Jessika Devlieghere – Jongleren met takken en bladeren

Nadat Jessika Devlieghere (51) twaalf jaar tot het team behoorde dat de Palestijnse circusschool draaiende hield, keerde ze terug naar België en sindsdien vertoeft ze op het bureau van Cirkus in Beweging, het Leuvense circusatelier, waar naast inclusie en community ook ecologie op haar takenpakket staat. Die verschillende opdrachten zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar: “Respect voor en verbinding met de natuur impliceert niet alleen dat we de uitstoot drastisch moeten verminderen, maar ook dat we onze maatschappij moeten herinrichten zodat er plaats is voor sociale, economische en ecologische rechtvaardigheid. Dat is één pakket, dat is één logica. Je relatie met de natuur kan niet losstaan van je relatie met de andere en met de wereld om je heen.”

Cirkus in Beweging
De docenten van Cirkus in Beweging
"Je relatie met de natuur kan niet losstaan van je relatie met de wereld om je heen."

In deze holistische visie is Jessika aan de slag gegaan om Cirkus in Beweging op meerdere fronten duurzamer te maken. Met dank aan Reinventing Circus Organisations, een overlegplatform met zusterorganisaties uit Duitsland, Zweden en Tsjechië, onderging de bedrijfscultuur van de Leuvense circusschool een eigen soort vergroening, waarin transparantie, gedeelde verantwoordelijkheid en geweldloze communicatie centraal staan in een democratische structuur.

Op vlak van inclusie zit Jessika evenmin stil: “In juni 2020 hebben we een eerste sessie gevolgd over antidiscriminatiebeleid. Welke drempels maken dat wij toch nog altijd in hoofdzaak een circusschool van de witte middenklasse zijn? Op basis van die analyse hebben we de eerste stappen gezet om poorten te openen en actieve investeringen te doen. Zo zijn we intensieve samenwerkingen aangegaan met de psychiatrische afdeling van UZ Gasthuisberg en andere zorgcentra, zodat we evenveel kansen en waarde kunnen geven aan groepen die het niet altijd even gemakkelijk hebben in de samenleving.”

Als we dan inzoomen op ecologie, springt de toekomstige nieuwbouw in het oog, een realisatie van de stad Leuven. Recent is de eerste steen gelegd van de circusschool van de toekomst, inclusief zonnepanelen, groendaken, zwaluwnesten en kastjes voor vleermuizen. Het gebouw wordt niet alleen C0₂-neutraal, maar ook waterneutraal, wat wil zeggen dat geen druppel regen-of kraanwater naar de riool zal afvloeien. Een zogenaamd BEO-veld – BEO staat voor ‘boorgat-energieopslag’ – zorgt in de zomer voor een natuurlijke airco en in de winter voor een natuurlijke vloerverwarming.

Ook de gebruikers van het gebouw zitten op de ecologische trein, aldus Jessika: “Vegetarisch eten is ingeburgerd bij het personeel en wordt aangemoedigd bij de leden. Hetzelfde geldt voor recyclage en duurzame verplaatsingen. We hebben twee elektrische bakfietsen die meer en meer worden gebruikt voor circusworkshops in de buurt. Voor onze gloednieuwe workshop hebben we zelfs geen circusmateriaal meer nodig. De lesgever trekt met de deelnemers het bos in en bedenkt circusoefeningen met boomstammen, takken en bladeren.”

Over bomen gesproken, de campagne Leuven Boomt! vraagt extra uitleg: “Voor een wekelijkse circusles van een uur bedraagt het reguliere inschrijvingsgeld 208 euro, maar wie wil, kan ook kiezen om 209 euro te betalen. Met die extra euro wordt een boom geplant. De helft van de opbrengst van Leuven Boomt! gaat naar BOS+ Vlaanderen, de andere helft naar BOS+ Tropen. Door die gift te koppelen aan het inschrijvingsgeld wordt de drempel verlaagd om een steentje bij te dragen.” En dat is nog maar stap één: “Op elk netwerkmoment van Leuvense culturele spelers lanceren we de oproep aan andere organisaties om hetzelfde te doen.” De vaste ploeg van Leuven Boomt! is nog relatief klein – met naast de circusschool enkele harmonieorkesten uit de buurt aan boord – maar Cultuurcentrum 30CC en Kunstencentrum OPEK hebben tijdens het klimaatfestival Warm Alarm en het circusfestival CIRKL de geldinzamelingsactie gekoppeld aan de ticketverkoop, waardoor de gezamenlijke vangst van vorig schooljaar uitkwam op een dikke 2600 euro. “Het hoeft trouwens niet bij Leuven te blijven,” vertelt Jessika, “als andere circusateliers – of organisaties dit idee willen overnemen, horen we het graag!”

Auteur: Tom Permentier
Dir artikel verscheen in Circusmagazine #76 (september 2023)